Een van mijn favoriete voorafjes is rundercarpaccio. Natuurlijk kan je dit eten in een restaurant, maar tegenwoordig is dit ook heel goed thuis klaar te maken.
Zelf gebruik ik altijd en rundercarpaccio van AH Greenfields. Hier zit al wat dressing en pijnboompitjes bij, maar om het nog lekkerder te maken voeg ik nog wat dingen toe. In een paar minuten heb je een heerlijk voorgerecht klaar.
Ingrediënten (voor 2 personen):
- 1 verpakking AH Greenfields rundercarpaccio
- Rucola sla
- Cherry tomaatjes
- Optioneel: extra parmezaanse kaas
- Optioneel: extra pijnboompitten
Bereiding:
Leg een portie rundercarpaccio netjes op een bordje. Sprenkel wat blaadjes rucola over de carpaccio heen, zorg ervoor dat je het vlees nog kan zien.
Snijd nu de cherry tomaatjes in vieren en verdeel deze over het bord.
Bak in een droge koekenpan de pijnboompitten tot deze goudbruin zijn, laat ze daarna weer afkoelen in een schaaltje. Verdeel de pijnboompitten over het bord, vul deze eventueel aan met wat extra pijnboompitten als je het wat te weinig vindt.
Maak het geheel af door de parmezaanse kaas en de dressing over het bord te verdelen.
Waar komt rundercarpaccio eigenlijk vandaan?
Carpaccio is van oorsprong een gerecht met zeer dungesneden rauwe runderlende. Hier wordt traditioneel een dressing bij geserveerd welke bestaat uit zelfgemaakte mayonaise, worcestersaus, citroensap, melk, zout en witte peper. Giuseppe Cipriani, de eigenaar van Harry’s Bar in Venetië, heeft get gerecht in 1950 voor het eerst op de kaart gezet.
Een van zijn klanten leed aan bloedarmoede en werd door de dokter geadviseerd om rauw rood vlees te eten. Daarom heeft hij de carpaccio-schotel bedacht. Hij werd geïnspireerd door de dieprode kleur en het herkenbare geel dat de schilder Vittore Carpaccio in zijn schilderijen gebruikte, daar komt dan ook de naam carpaccio vandaan.
Tegenwoordig is er ook carpaccio te krijgen van kabeljau of cocquille, maar dit zou dus eigenlijk geen carpaccio mogen heten, gezien de kleur.
Laat een reactie achter